Een MBR bestaat uit twee delen: een bioreactor en een membraan installatie. In de bioreactor (een actief slib reactor) treden de biologische processen op voor het afbreken van de vervuiling. De membraaninstallatie scheidt het water van het actieve slib waarna het geloosd of hergebruikt kan worden.
De biologische processen in een membraanbioreactor (MBR) zijn zo goed als gelijk aan een actiefslibsysteem met het verschil dat de scheiding tussen actief slib en het gezuiverde water bewerkstelligd wordt met behulp van membranen, in plaats van bezinking en onttrekking bij de conventionele biologische behandelingen. De voordelen van een membraan bio-reactor (MBR) boven de conventionele technieken zijn:
Bij MBR worden verschillende type membranen gebruikt: ondergedompelde membranen en crossflow membranen.
De ondergedompelde MBR membranen werken op basis van onderdruk. De flux (capaciteit per m² membraan oppervlak) is relatief laag, waardoor meer membraan oppervlak nodig is ten opzichte van overdruk (crossflow) membranen. Het voordeel is echter dat een ondergedompeld membraan veel minder energie verbruikt. In feite dus een verschuiving van Opex naar Capex. Verder is het voordeel dat de membranen van buiten naar binnen bedreven worden. Hierdoor blijft de vervuiling aan de buitenkant en kan in geval van calamiteiten of extreme vervuiling eenvoudiger gereinigd worden.
Naast de toepassing van ondergedompelde membranen bestaat ook de mogelijkheid voor het toepassen van overdruk MBR membranen, dit is het geval bij het gebruik van een crossflow membraanunit. Het voordeel van een dergelijk systeem is dat veel hogere fluxen gerealiseerd kunnen worden (50 – 80 l/m².h) waardoor het benodigd membraanoppervlak beperkt blijft en een relatief compacte installatie gebouwd kan worden. Een groot nadeel daarentegen is het hogere energieverbruik ten opzichte van gebruik dompelmembranen.